Knie artrose, ook wel gonartrose of een versleten knie genoemd, komt voornamelijk voor bij mensen boven de 50 jaar oud. Toch komt het ook bij jongere mensen voor, bijvoorbeeld als gevolg van een ongeval. Verlies en beschadiging van het kraakbeen in het kniegewricht lijdt tot pijnklachten en stijfheid.
De klachten die kunnen optreden bij knie artrose zijn:
Pijn in en rond de knie
Ochtendstijfheid of startstijfheid (je hebt even nodig om op gang te komen)
Crepitaties: een krakend geluid of gevoel bij bewegen
Stijfheid van de knie, waardoor u moeite krijgt met bijvoorbeeld hurken
Zwelling
Standsafwijkingen van de knie
De beschadiging van het kraakbeen die bij artrose optreedt is niet meer terug te draaien. De fysiotherapie zal dan ook voornamelijk gericht zijn op het verminderen van de klachten en beperkingen. Zo kunnen er mobilisatietechnieken worden toegepast om de knie soepeler te maken of krachttraining om de boven- en onderbeenspieren sterker te maken. Ook kan de fysiotherapeut u adviseren met betrekking tot uw dagelijkse activiteiten.
Bij verregaande knieartrose kan een totale knieprothese (ook wel nieuwe knie of kunstknie genoemd) worden geplaatst. Bij een totale knieprothese worden zowel het gewrichtsoppervlak van het dijbeen als het gewrichtsoppervlak van het scheenbeen vervangen door een prothese.
Omdat het plaatsen van een totale knieprothese een grote operatie is zult u in eerste instantie veel klachten ervaren, zoals: zwelling en/of blauwverkleuring rond de knie en in het onderbeen, stijfheid van de knie, pijnklachten in de knie en het onderbeen en moeite met opstaan en lopen. Ook mag u vaak de eerste 6 weken na de operatie nog niet volledig steun nemen op het been.
De behandeling bestaat uit het leren lopen met krukken of rollator, oefeningen ter bevordering van de beweeglijkheid en kracht rond de knie, oefenen van dagelijkse dingen zoals traplopen en fietsen, en eventueel het mobiliseren (los maken) van de knie. De revalidatie na het plaatsen van een totale knieprothese duurt tussen de 6 en 9 maanden.
De menisci zijn twee kraakbenige halvemaantjes die aan de binnenzijde (binnenmeniscus) en aan de buitenzijde (buitenmeniscus) van het kniegewricht liggen. De menisci dienen ter schokdemping en ter stabilisatie van draaibewegingen in de knie. Een meniscus kan als gevolg van een verdraaiing of val inscheuren, maar een meniscus kan ook geleidelijk beschadigen wanneer u ouder wordt.
De klachten die bij meniscusletsel kunnen ontstaan zijn:
Pijnklachten aan de kant van de beschadigde meniscus (binnenzijde of buitenzijde van de knie)
Pijn bij draaibewegingen van de knie, hurken en traplopen
Op slot gaan van de knie: de knie kan dan niet verder strekken of buigen omdat er een stukje van de meniscus klem komt te zitten in het gewricht
Soms zal een kijkoperatie eerst nodig zijn om het beschadigde stukje meniscus weg te halen, maar dit is niet altijd noodzakelijk. De fysiotherapeutische behandeling bestaan uit het soepel maken van de knie middels oefeningen en mobilisaties, krachttraining en coördinatie- en stabiliteitsoefeningen.
Als gevolg van een verdraaiing of een val kunnen ook de kniebanden beschadigd raken. De belangrijkste banden in de knie zijn de voorste kruisband, de achterste kruisband en de binnenste en buitenste knieband, ook wel collateraalbanden genoemd. Wanneer u de banden beschadigd merkt u dit direct: u hoort vaak een scheurend of ploppend geluid en u heeft direct veel pijn in de knie, korte tijd daarna wordt uw knie dik.
De klachten die bij bandletsel in de knie kunnen optreden zijn:
Pijn in en rond de knie
Zwelling van de knie
Instabiel gevoel bij lopen, traplopen, opstaan etc.
Stijfheid van de knie
Soms is het na bandletsel nodig dat u eerst geopereerd wordt of een brace krijgt, maar dit is niet altijd het geval. De fysiotherapeutische behandeling bij bandletsel bestaat uit oefeningen gericht op de beweeglijkheid, kracht en stabiliteit van de knie, oefenen van dagelijkse dingen als lopen en traplopen. Ook kan de fysiotherapeut u begeleiden bij het terug opbouwen van uw sportactiviteiten.